Instructies behang

Met een beetje voorbereiding is behangen een leuke klus. Volg deze stappen en je wand krijgt moeiteloos die mooie uitstraling.


1. Voorbereiding

  • Zorg dat de muur glad, schoon, droog en egaal van kleur is.

  • Werk gaten of scheurtjes weg met muurvuller en verwijder oude behangresten.

  • Een witte ondergrond geeft het mooiste resultaat en voorkomt doorschijnen bij lichte prints.

  • Haal afdekplaatjes van stopcontacten en schakelaars los.

  • Behangen gaat het makkelijkst met z’n tweeën.

  • Bij pleisterwerk: klink de muur af. Klinkt het dof? Dan zit het pleisterwerk los. Verwijder losse plekken en vul netjes bij.

  • Snijd de banen op maat met de printzijde naar boven.

2. Lijmen

  • Gebruik kant-en-klare vliesbehanglijm.

  • Breng de lijm rechtstreeks op de muur aan met een roller of kwast, iets breder dan de baan.

  • Tip: op sterk zuigende muren eerst een voorstrijkmiddel gebruiken.

3. Plakken

  • Begin altijd met een loodrechte eerste baan (gebruik waterpas of loodlijn).

  • Strijk glad met een zachte doek of behangspatel en werk luchtbelletjes rustig naar buiten.

  • Plaats de volgende banen stotend tegen elkaar aan.

  • Lijmresten? Direct verwijderen met een droge doek.

4. Snijden

  • Gebruik een scherp mesje om rafels te voorkomen.

  • Snijd langs een behangspatel of lineaal voor een strakke afwerking bij plinten en plafond.

5. Droogtijd & afwerking

  • Laat het behang rustig drogen. Houd ramen en deuren dicht en verwarm op een gematigd niveau.

  • Plaats stopcontacten en schakelaars pas terug als de muur helemaal droog is.